We spreken van een hechting wanneer je iets of iemand buiten jezelf nodig hebt om je beter te voelen. De hechting kan zijn ontstaan in een situatie waarin je je onveilig voelde of waarin je emotioneel was en mogelijk ook door een donkere nacht van de ziel ging. Bijvoorbeeld: Wanneer ik het leuk vind om kleding te kopen, omdat ik me graag leuk kleed is er nog niets aan de hand. Het wordt een hechting wanneer je onrust of leegte ervaart in jezelf en je als gevolg daarvan kleding gaat kopen. Het kopen van kleding zorgt er dan voor dat je je fijner gaat voelen.
Een hechting ontstaat dus heel geleidelijk en soms heb je het niet in de gaten. Door er bewust mee bezig te zijn en jezelf op alle momenten van de dag te observeren kun je heel veel hechtingen voorkomen. Je voorkomt een hechting door niet toe te geven aan een verlangen of patroon op de momenten dat je jezelf niet fijn voelt. Pas op de goede momenten voel je wat er nodig is en dan handel je daar naar. Zorg er dus altijd voor dat je eerst herstelt in de emotie. Kom terug in balans, terug in rust en vrede. En handel daarna op basis wat op dat moment goed voelt.
Vormen van hechting
Je kunt jezelf gaan hechten aan:
een persoon
materie
een patroon / gewoonte
een rol
Je hecht je aan een persoon wanneer je niet zonder die ander kunt. Dit kan overigens ook een dier zijn. De gedachte dat je zonder die persoon moet leven, omdat diegene bij je weg gaat of uit je leven verdwijnt is ondenkbaar. Wanneer die persoon wegvalt, dan zie je dat mensen met een hechting niet in staat zijn om die persoon (of dat dier) los te laten. Na de rouwfase blijven ze hangen in het verleden en komen de emotionele buien telkens weer terug. Vaak zie je dat mensen met een hechting op een persoon of dier een foto of beeldje in huis plaatsen en daar dan tegen gaan praten. Omdat ze de verbinding in stand willen houden.
Je hecht je aan materie wanneer spullen in je huis of in je leven een emotionele betekenis hebben of wanneer je hier bijgeloof aan ontleend. Denk aan een geluksarmbandje of een droomvanger. Het idee dat je deze spullen weg doet is ondenkbaar, omdat je voor je gevoel dan het ongeluk op je af roept. Spullen hebben een emotionele waarde wanneer je iets met "de warme hand" hebt gekregen van een dierbaar persoon. Het voelt respectloos en ondankbaar naar die ander om er afscheid van te nemen. Dit wordt versterkt wanneer deze spullen afkomstig zijn van overledenen. Het herinnerd je aan die persoon en uit eerbied bewaar je het of draag je het. Dit wordt nog meer versterkt wanneer je gelooft dat overledenen alles volgen hier op aarde en dus ook jou kunnen volgen. Afscheid nemen van spullen die van hem of haar zijn geweest voelt dan bijna als een vorm van afwijzing.
Een patroon of gewoonte bestaat uit gedrag dat veiligheid of comfort biedt. Dit gedrag is ontstaan in een periode van onveiligheid waarbij gedachten aanleiding gaven om het gedrag in te zetten. Die gedachten bepalen het patroon, omdat telkens weer wanneer je die gedachte hebt dat gedrag wordt ingezet. Je kunt hier denken aan dwangpatronen, bijvoorbeeld het wassen van je handen op momenten wanneer je een deurpost hebt aangeraakt of het vier keer checken van je autodeur, zodat je zeker weet dat deze op slot zit. Maar je komt patronen ook tegen in de dagelijkse omgang met mensen. Het is een hardnekkige vorm van gedrag wat van jongs af aan er in is geslopen en wat op onbewust niveau geprogrammeerd is. Zo kun je bijvoorbeeld in elke ontmoeting standaard vragen hoe het met die ander is, terwijl het je niet interesseert. Of je kunt gaan glimlachen op de momenten wanneer iemand jou een confronterende vraag stelt. Het zijn simpele gedragingen waarvan je je af vraagt wat dit met hechting te maken heeft. Pas wanneer je het gedrag gaat veranderen, ga je voelen wat de impact er van is.
Een rol kan een hechting zijn, wanneer jij er verwachtingen aan hebt gekoppeld. Een rol hangt samen met de woorden "als....., dan.... . Bijvoorbeeld: Als je een goede moeder bent, dan zorg je ervoor dat je kinderen altijd voorleest voordat ze gaan slapen. Voldoen aan de verwachtingen die bij een rol horen kan jou rust geven. Je moet dan eerst aan die verwachtingen voldoen, voordat er rust is. En daarom is het een hechting.
Een hechting is ongezond en maakt van jou een gevangene
Een hechting is een vorm van verslaving, omdat de hechting ervoor zorgt dat je iets of iemand buiten jezelf nodig hebt om een gevoel van rust of comfort te kunnen ervaren. Er zit een vorm van "moeten" en dwang op. We worden geboren in een wereld van verslaving. Dat komt, omdat het ego ervoor zorgt dat je altijd naar buiten gericht bent met je aandacht. Je zoekt naar goedkeuring in de buitenwereld, zodat jouw bestaansrecht gegarandeerd wordt. Dit komt, omdat je bent opgegroeid in een gezin en maatschappij waarin dualiteit als heel normaal werd gezien. De dualiteit benadrukt dat je kunt worden afgewezen door de mensen. En eenmaal afgewezen heb je geen recht meer van bestaan. Je ouders hebben je voor vanalles gewaarschuwd waardoor angst een normale functie heeft gekregen in je leven. De onrust en de leegte die in jou aanwezig is klopt regelmatig op de deur en de mensen die dit niet willen voelen die gaan vluchten in verschillende vormen van afleiding. En in die vormen van afleiding vind je opnieuw hechtingen en verslavingen die je nog meer vast zetten. Want dat ene wijntje gisteren smaakte goed en vanavond drink ik er daarom weer één en morgen is het weekend, dan drink ik er twee. En zo wordt het stapje voor stapje een hechting en dus een verslaving. Omdat dat ene wijntje jou een fijne avond heeft bezorgd. Dat ene wijntje heeft er voor gezorgd dat jij die onrust en leegte niet hoefde te voelen. Terwijl die onrust en leegte je ziel is die op de deur klopt.
In de wereld van hechting en verslaving heeft de gemiddelde mens duizenden hechtingen. Hechtingen zijn gekoppeld aan overtuigingen. Pas wanneer je een overtuiging aanpakt, verdwijnt de hechting. Daarom is er ook zoveel innerlijk kind werk te doen, om in te zien dat onze opvoeding er voor heeft gezorgd dat we nu heel veel hechtingen hebben. Een overtuiging kun je loslaten wanneer je er vanuit een ander perspectief naar kijkt. Een overtuiging die gekoppeld is aan een hechting is altijd gebaseerd op een leugen. Het is dus belangrijk dat je de leugen gaat zien, maar belangrijker nog: dat je deze gaat voelen! Want je weet misschien wel dat je minderwaardig over jezelf denkt, maar daarmee heb je de overtuiging nog niet afgebroken. Daar is meer voor nodig. Je moet de leugen voelen. Er moet een "ahaa" moment komen.
Meer over hechtingen lees je HIER.