Het doen van slechte dingen en het doen van goede dingen vraagt om het brengen van offers. Hoezo?
Wanneer je slechte dingen doet, dingen die niet goed zijn voor je (liefdes)hart of je geest, dan offer je daarmee een stuk vrijheid op. Want na het doen van slechte dingen wil het ego altijd meer van dat. Het is de drang die dan in jou ontstaat, die jou hecht en verslaafd maakt. Is dit altijd zo? Nee dit is niet altijd zo, maar de kans is wel heel erg groot. Omdat het doen van slechte dingen het ego voedt. Het ego zal jou daarom vaker gaan herinneren aan dat moment. Waardoor er als het ware als vanzelf een hunkering ontstaat. Ook zal de donkere wereld als vanzelf situaties op je pad brengen die hier mee te maken hebben. In de hoop dat je opnieuw slechte dingen gaat doen. De hechting, de verslaving, die ontstaat uit het doen van slechte dingen ontneemt jou de vrijheid. Er kan een patroon, een gewoonte, uit voortkomen die gelinkt is aan een overtuiging. Namelijk dat je het nodig hebt om je fijn te kunnen voelen. Daarom vormen alle hechtingen een beperking op je leven. Een hechting zegt "ik heb dit nodig, om te kunnen leven en overleven". Het is een voorwaarde. En die voorwaarde kan zijn een goed gevulde koelkast, een flinke bankrekening, een rijk sociaal netwerk, een mooi slank lichaam, enzovoort.
Wanneer je goede dingen doet, dan deel je onbaatzuchtig en help je anderen om gelukkig te worden. Je streeft dan te groeien naar onvoorwaardelijke liefde. Om te komen bij onvoorwaardelijke liefde breng je offers. Je laat vertrouwde en comfortabele dingen, mensen, gedragingen los. Je laat hechtingen los. Je laat het bijgeloof in je leven los. Je laat de illusies los en bevrijd jezelf van alle angsten en leugens waarmee je altijd dacht gelukkig te kunnen worden. Je laat een oud leven los en dat doet pijn. Het doen van goede dingen en hier aan vast blijven houden word je niet gemakkelijk gemaakt. Je werkt dan toe naar overgave. Je hebt dan geen wil meer, je bent dan een kanaal waar de bron doorheen kan werken.